and in Honey Bee Colonies
Eind 2022 verscheen ‘Heredity in Honey Bees and in Honey Bee Colonies’ de Engelse vertaling van een franstalige boek van Bernard Sauvager. Dit boek vult het hiaat op tussen wetenschappelijke publicaties over erfelijkheid en boeken over koninginnenteelt.
Het boek is opgebouwd uit twee delen:
1) Erfelijkheid in honingbijen; en
2) De rol die erfelijkheid speelt binnen het grotere geheel van bijenvolken.
De kracht van dit boek bestaat uit de zorgvuldig gekozen opbouw in combinatie met een enorme hoeveelheid verhelderend beeldmateriaal. Soms zijn dat visuals die als analogie ingezet worden, een enkele keer een cartoon maar meestal zijn het schema’s die de tekst inzichtelijk maken.
Deel 1 – hoingbijen
Deel 1 begint met een hoofdstuk over de best basis van genetica van honingbijen. Teelt en selectie bij honingbijen zijn namelijk best complex. Het spermatozoïde van een dar, die haploïde is en in tegenstelling tot diploïde organismen slechts één exemplaar van ieder chromosoom hebben, bevat 100% van zijn genetische erfgoed. Na de paring wordt het opgeslagen in de spermatheek van de koningin. Een koningin is diploïde en draagt maar 50% van haar genetische materiaal over aan de volgende generatie. De koningin paart met meerdere darren (polyandrie) waardoor binnen een volk een grote genenvariatie ontstaat.
Zaken als DNA en RNA, genen en genomen, mitosis, allelen en uiteraard het verschil tussen diploïde en haploïde cellen komen in dit eerste hoofdstuk aan bod.
Het tweede hoofdstuk bouwt daarop verder met uitleg over epigenitica. Slechts 15% van het DNA is in gebruik om het leven te coderen. In tegenstelling tot wat lang gedacht werd is de overige 85% echter geen junk-DNA. Dit deel van het genoom bevat omkeerbare erfelijke veranderingen in de genexpressie die optreden zonder wijzigingen in de volgorde van de basenparen van het DNA in de celkern. Het zijn veranderingen die optreden op basis van externe invloeden. Onderzoek in 2013/14 heeft uitgewezen dat zulke veranderingen in het DNA die het gevolg zijn van zulke omgevingsfactoren overdraagbaar, en dus relevant, zijn.
Het derde hoofdstuk is geheel gewijd aan de genetische overdracht van eigenschappen van honingbijen. De talrijke kleurrijke schema’s zijn hier noodzakelijk om e.e.a. te kunnen begrijpen. De bijschriften zijn zo hier en daar niet meevertaald, maar de Frans en Engels vaktaal ontlopen elkaar niet veel.
Deel 2 – bijenvolken
Deel 2 van het boek gaat over de transmissie van eigenschappen binnen bijenvolken. Hier komt de extra complexiteit om de hoek kijken die het gevolg is van polyandrie. Binnen een volk bestaan net zo veel ‘series’ volle zussen als er vaders zijn. Van de moederskant is er ook sprake van diversiteit in de overdracht van genen door een proces dat meiose heet. De chromosomen komen bij haar in paren voor, maar de eicel die ze produceert is niet diploïde maar haploïde (dit is waarom darren die uit een onbevrucht eitje komen ook haploïde zijn). Simpel gezegd vindt er bij meiose een nogal willekeurig proces plaats waarin de eigenschappen van twee op sommige punten van elkaar verschillende chromosomen in één nieuw chromosoom terecht komen. Wordt de eicel bevrucht dan volgt nogmaals een willekeurige verspreiding van chromosomen waarbij ook crossing-over plaatsvindt: homologe chromosomen wisselen daarbij onderling van plaats. Dit resulteert binnen een bijenvolk in een enorme hoeveelheid van elkaar verschillende individuen waarvan sommige veel nauwer verwant zijn dan andere:
- Super-Zussen: werksters met dezelfde vader.
- Zussen: werksters met vaders die elkaars broer zijn.
- Super Half-zusjes: werksters met vaders die neven van elkaar zijn.
- Half-zusjes: werksters van vaders die geen familie van elkaar zijn.
Ook de darren afkomstig van één koningin verschillen van elkaar door het meiose proces dat plaatsvindt als het eitje tot stand komt.
Het verschil tussen al deze groepen binnen een bijenvolk wordt heel visueel gemaakt waarna het boek verder gaat met het inzichtelijk maken van overdracht van gewenste en ongewenste eigenschappen. Daarna volgen phenotypes (dat wat de imker observeert) het belang van polyandrie, het onderwerp inteelt en tot slot kunstmatige inseminatie nog even voorbij.
Voor wie is dit boek?
Voor niet-biologen is dit boek ondanks alle inzet van de auteur en vormgevers best complex. Het kost inspanning om je alle terminologie eigen te maken en dat ook nog eens in het Engels. En ondanks dat alles wel toegelicht en uitgelegd wordt op een heel heldere manier heb ik toch regelmatig even wikipedia geraadpleegd om zaken in een andere bewoording nog eens te lezen. Kortom: dit is het is geen ontspannend leesboek waaruit je leuke bijenfeitjes kunt halen. Het tot je nemen van de informatie vereist veel concentratie.
Dit boek is daarom zeker niet voor iedereen. De doelgroep zou kunnen bestaan uit leraren imkeren die complexe vragen willen kunnen beantwoorden, koninginnentelers en leden van teeltgroepen, maar ook andere imkers die bereid zijn zich vast te bijten in een van de complexere maar wellicht ook intrigerendste kanten van bijenhouden. Bernard Sauvager ontsluit een schat aan informatie over erfelijkheid. waarvan ook veel tot je te nemen is als je het niet van kaft tot kaft leest.
Ik vind dat het boek uitblinkt door de manier waarop complexe informatie wordt ontsloten: met heel veel verhelderende visuals. Het boek zwerft daarom al maanden door mijn huis, ik pak het regelmatig op om door terug te bladeren en te herbekijken hoe het ook al weer zit. Het bevat informatie die ik tot nu toe nog niet op een begrijpelijke manier ergens anders tegenkwam.
‘Heredity in Honeybees and in Honey Bee Colonies‘ is direct te bestellen bij de Franse teelt-educatie organisatie ANERCEA.
ISBN 978-2-9582469-0-7
Prijs: €27,50 plus verzendkosten.