Van het Engelse type van de donkere Europese bij werd aangenomen dat het in raszuivere vorm in het wild nagenoeg was uitgestorven. Toch is zeer waarschijnlijk een nog onbekend eco-type gevonden in Blenheim. Van deze mogelijk laatste zuivere nakomelingen van de Engelse honingbij zijn ten Noord-Westen van Oxford zo’n 50 volken aangetroffen in de bosgebieden van landgoed Blenheim.
De door bijenkenner Filipe Salbany in het wild aangetroffen ondersoort is kleiner, behaarder en donkerder dan de bijen die imkers in de UK doorgaans hebben. Ze worden verondersteld nauw verwant te zijn aan de inheemse donkere bijen die eeuwenlang de enige soort honingbijen waren in het United Kingdom. Alles wijst erop dat de volken zich al lange tijd in het wild kunnen handhaven en dat terwijl algemeen werd aangenomen dat de soort in het wild niet meer voortkwam. Van grote varroa sterfte lijkt op het eerste gezicht geen sprake.
Dat bijen van het Britse eco-type nog voorkomen is extra opvallend omdat het VK de bakermat is van de buckfastbij. Tussen 1916 en 1926 was de bijensterfte in er als gevolg van de acarine mijt enorm: men was zelfs bang dat de honingbij er volledig uit zou sterven. Alleen delen van Schotland en Ierland bleven relatief onaangetast. Dit was voor broeder Adam op Buckfast Abbey aanleiding om over te gaan tot het inkruisen van exotische rassen.
Nakomelingen van Zwarte bijen van het Britse eco-type zijn aangetroffen in midden Engeland op Blenhem Estate.
De nu aangetroffen inheemse bijen hebben niet alleen de grootschalige import en teelt van buckfast het hoofd weten te bieden. Ze overleefden ook de daaraan vooraf gaande ziektegolf die de Britse honingbij bijna deed uitsterven. En meer recent hebben ze de komst van de varroamijt (in de UK sinds 1992) weerstaan.
Opvallende eigenschappen

De in het 400 hectare grote bosgebied aangetroffen bijenvolken leven in boomholtes. Volgens Filipe Salbany weerstaan ze zowel ziektes als varroa. Verder zijn ze zeer zachtaardig van aard. De bijen zwermen met buitengewoon veel koninginnen – tot wel negen – om zo de toekomst van de kolonie veilig te stellen.
De donkere bijen zijn bij 4°C waargenomen in de boomkruinen bij het verzamelen van honingdauw, terwijl de in het VK geteelde bijen pas fourageren vanaf ongeveer 12°C.
Door hun bijzondere eigenschappen aan de aandacht ontsnapt
De bijenvolken hebben een omvang van 25% van normale kolonies en leven in kleine boomholtes op 15-20 meter hoogte. Waarschijnlijk zijn ze daardoor bij eerdere ecologische onderzoeken aan de aandacht ontsnapt. Het landgoed zelf dateert uit de middeleeuwen en niemand weet hoe lang deze specialistische ondersoort er al voorkomt.
Ze zijn een voorbeeld van een ecotype dat zich zeer goed heeft aangepast aan lokaal klimaat en flora, in dit geval de lokale eikenbossen.
Onderzoek naar vleugels en genen
Philipe Salbany heeft een eerste onderzoek uitgevoerd op basis van de cubitaal-index van de vleugels. Daaruit komt naar voren dat ze afstammelingen zijn van het oude inheemse ras Apis mellifera mellifera en niet van andere import-rassen. Genetisch onderzoek is inmiddels gestart en de uitslag daarvan wordt uiterlijk in de eerste helft van december 2021 verwacht.
Meer weten …
Vervolg je zoektocht hier voor:
⬣ Een verslag van een bezoek aan Blenheim Estate onder leiding van Philipe Salbany door de ‘Oxfordshire Natural Beekeeping Group‘.
⬣ De website van Philipe Salbany
⬣ Het artikel dat The Guardian over de vondst van het eco-type publiceerde.