over donkere bijen, teeltgroepen en de vereniging
De meest gestelde vragen over en aan de vereniging ’t Landras vind je hier gemakkelijk bij elkaar. Voor de overzichtelijkheid is de faq sectie opgesplitst in vier delen:
1. Donkere bijen
De zwarte en de donkere bij zijn dat twee verschillende bijen?
Nee, dit zijn twee namen voor hetzelfde beestje. Wij kiezen voor de term donkere bij omdat die in de landen om ons heen ook gebruikt wordt. In internationale studies gaat het doorgaans over de European Dark Honeybee en in bijvoorbeeld het Duits over ‘Dunkle Bienen’. In het Franse taalgebied spreekt men wel van ‘Abeilles Noires’, maar daar betekent ‘noir’ niet alleen zwart maar ook donker.
Meer hierover, ook over de wat vreemde dubbele Latijnse naam, staat in: zwarte bij, donkere bij of Amm.
Kan ik donkere bijen in het buitenland kopen?
Ja, nee en misschien. In het buitenland zijn zeker imkers die donkere bijen te koop aanbieden, de mogelijkheid bestaat dus. Vooral in Frankrijk zijn aanbieders van donkere volken en koninginnen te vinden. Je kunt daar echter wel serieus vragen bij stellen.
⬣ Ten eerste: hoe raszuiver zijn ze? In Frankrijk bieden sommige commerciële telers bijen aan die net buiten een voor zwarte bijen behouden zone worden geteeld. Zo’n aanbieder profiteert dan mee van het werk van vrijwilligers in de protected-zone, maar als de teler in kwestie zelf net buiten dat gebied opereert blijft raszuiverheid een heikel punt. Hier zal je zelf onderzoek naar moeten doen.
⬣ Ten Tweede: inmiddels is bekend dat sommige Franse aanbieders onder de naam ‘abeilles noires’ in de praktijk niet de Apis m. meilfera aanbieden, maar een andere donkerkleurige bij: de Apis m. iberiensis (die voorheen bekend stond als iberica). Die wordt voor dat doeleind uit Spanje geïmporteerd. De iberiensis is inderdaad ook een donkere bij, maar ze is alleen inheems in Spanje en Portugal. Boven de Pyreneëen, die een natuurlijke barrière vormen, hoort ze niet thuis.
⬣ Ten derde: onze zwarte bij heeft zich sinds de laatste ijstijd verplaatst over Noord-West Europa. In die ongeveer 10.000 jaar heeft de soort zich lokaal aangepast aan zeer uiteenlopende klimaten en flora. Er bestaan vele verschillende eco-types (of geno-types) met hun verschillende eigenschappen. Sommige geadapteerd aan een zeeklimaat met zachte natte winters, andere aan een bergklimaat met zeer strenge vorst en een laat voorjaar, nog weer andere aan hete zomers èn koude winters en de daarbij horende flora. Zomaar bijen importeren is dus niet altijd een goed idee.
⬣ Ten vierde: met import draag je niet bij aan het behoud van de inheemse bij.
⬣ Tot slot: er kleeft nog een belangrijk risico aan de import: dat is dat met de ingevoerde bijen of koningin virusvarianten meekomen waar onze bijen hier niet resistent tegen zijn. Importeren is dus iets om voorzichtig mee te zijn. Import (ook intra-communautair, dus binnen de eu) is gebonden aan strenge eu-regels dat daarvoor het TRACE systeem in werking gesteld. Een veterinaire keuring in het land van herkomst is doorgaans verplicht.
2. Deelname aan teeltgroepen/bevruchtingsstations
Meedoen aan teeltgroepen, hoe werkt dat?
Deelname aan de teeltgroepen/bevruchtingsstations staat open voor leden. Wel zijn er beperkingen gelden bijvoorbeeld in het aantal larfjes dat een groep kan leveren en het aantal bevruchtingskastjes dat een station aan kan. De teeltgroepen bepalen zelf hoe ze daarmee omgaan: of actieve leden voorrang krijgen e.d.
Kijk op de pagina van de teeltgroep voor info en leg contact. Het is goed je te realiseren dat teeltgroepen samenwerkingsverbanden zijn en geen commerciële verkoop kanalen voor koninginnen en volken.
Wat is het verschil tussen de 3 teeltgroepen?
Iedere teeltgroep heeft haar eigen werkwijze. De manier van overlarven kan verschillen (b.v. zelf doen of cupjes afhalen) en kosten kunnen variëren per groep. Ook kunnen verschillende bevruchtingskastjes in gebruik zijn en kunnen er aanvullende eisen gesteld worden aan het aanleveren van zulke kastjes. Check voor actuele info altijd de pagina van de teeltgroep waaraan je deel wilt nemen! Bij twijfel kun je via het mailformulier onderaan die pagina contact opnemen met de groep. Het is wel goed je te realiseren dat teeltgroepen samenwerkingsverbanden zijn en geen commerciële verkoop kanalen voor koninginnen en volken.
Kan ik zelf beslissen bij welke teeltgroep ik wil meedoen?
De teeltgroepen zijn (regionale) samenwerkingsverbanden van imkers die zich bezig houden met koninginnenteelt. Je kunt vaak aanhaken op basis van locatie, op basis van imkers die je al kent binnen een bepaalde groep of op basis van je eigen voorkeur. Ook kun je je aansluiten bij een teeltgroep omdat het type/herkomst van de bijen die geteeld worden je aanspreekt. Enige voorkennis over en ervaring met koniginnenteelt is wel vereist.
Is deelname aan teeltgroepen gratis?
Aan overlarven van geschikt teeltmateriaal en het plaatsen van bevruchtingskastjes zijn in doorgaans kosten verbonden. Dit kan per locatie of jaar verschillen. Voor de meest actuele informatie kun je kijken op de pagina’s van de verschillende groepen/bevruchtingsstations.
Kan ik met mijn bevruchtingskastjes naar Texel?
Nee, Texel is geen bevruchtingsstation. Sinds de komst van de varroamijt in Nederland mogen er wel bijen van het eiland af, maar niet het eiland op. Er komt t.b.v. ’t Landras wel geselecteerd materiaal van het eiland af, maar de teeltgroepen beheren voor de leden andere locaties voor aanparing met geselecteerde darrenvolken.
3. Imkervragen
Hoe kan ik een donkere koningin laten inlopen?
Het laten inlopen van een donkere koningin in een raszuiver carnica en vooral buckfastvolk kan problematisch zijn. Bij bastaardbijen is het laten inlopen wat minder risicovol, mits je de procedures goed volgt. Verschillende imkers zweren bij verschillende methodes. Doe wat research en kies daarna één methode uit, ga zeker niet zo maar wat lopen experimenteren.
T.z.t. behandelen we enkele methodes op onze site!
Kan ik overlarven bij de vereniging en dan op eigen locatie laten bevruchten?
Dat kan eventueel, maar je zult dan geen zuivere donkere bijen hebben. Bij het bepalen van de raszuiverheid van een bijenvolk is niet de koningin maar het volk zelf de maatstaf. Honingbijen doen aan polyandrie, d.w.z. dat de koningin door vele darren (tot soms wel 25) bevrucht wordt. Daar kunnen donkere exemplaren tussen zitten, maar dit zal in Nederland vaker niet dan wel het geval zijn. Het volk zal dus niet raszuiver zijn en je kunt dan helaas niet stellen dat je met inheemse donkere bijen imkert. Vaak is dat zelfs voor een leek zichtbaar doordat binnen het volk kleurvariaties optreden: sommige bijen hebben een nagenoeg zwart achterlijf, andere zijn deels oranje of hebben kenmerkende gele bandjes.
De teeltgroepen/bevruchtingsstations zijn ver weg. Komen er nog meer bij dichter in de buurt?
De bevruchtingsstations in Twente en Zeeland bestaan respectievelijk al 30 en 15 jaar. Het station op de Veluwe (Leuvenumse Bos/Heide) is recenter gestart en er zijn soortgelijke initiatieven gaande in Groningen en Limburg (Baarlo). Zodra die concreet zijn zetten we informatie daarover online.
4. Over de vereniging
Ik wil imker worden. Geeft de vereniging de basis cursus imkeren?
Nee, ondanks dat een aantal leden wel officieel leraar imkeren is, geven zij op dit moment geen cursussen namens Vereniging ’t Landras. Omdat zo’n cursus vaak bestaat uit een stuk of 12 bijeenkomsten is het praktisch om er eentje die kiezen die bij jou in de buurt gegeven wordt. Voor zulke imkercursussen kun je kijken op de cursuspagina van de NBV of bij Imkers Nederland.
Er wordt momenteel nagedacht wordt over een cursus “bestrijdingsloos imkeren” met varroatolerante bijen. Behalve niet bestrijden, dien je als imker wel met een aantal andere zaken rekening te houden die op deze cursus uitgelegd worden. Er zijn initiatieven om deze cursus zowel bij de NBV als bij IN onder de aandacht te brengen.
Verkoopt de vereniging koninginnen?
In principe niet, alhoewel sommige teeltgroepen daarop uitzonderingen maken. De vereniging heeft verspreid over het land drie teeltgroepen waarin aan koninginnenteelt wordt gedaan. Als lid kun je je hierbij aansluiten en dan zelf aan koninginnenteelt doen. Een goed idee is om eerste een koninginnenteeltcursus te doen, op die manier kun je het kunstje eerst in de vingers krijgen. Dat voorkomt teleurstellingen.
Als je zelf geen koninginnen wilt/kan telen kun je je ook bij een teeltgroep aansluiten en je verdienstelijk maken. Er is dan vast wel iemand in de groep die een aantal extra koninginnen kan telen en die onder de deelnemers van de teeltgroep kan verdelen.
Verkoopt de vereniging bijenvolken?
Soms kan de vereniging bemiddelen tussen een lid die één of meer bijenvolkjes beschikbaar heeft en een ervaren imker die (om een bijzondere reden met spoed) wil overstappen op donkere bijen.
Het is goed om je te realiseren dat zwarte bijen kopen/hebben niet zo’n kunst is, maar om ze zwart te houden wel. Het beste kun je dit in groeps/verenigingsverband doen. Dan kun je altijd terug vallen op de kennis, ervaring en de donkere bijen van andere groepsleden indien er eens iets mis gaat.
Kan ik bij de vereniging een koninginnenteeltcursus met inheemse donkere bijen volgen?
Als een imkerleraar die verbonden is aan de vereniging zo’n cursus geeft zullen we dit nadrukkelijk vermelden in de nieuwssectie van onze site.
In principe zijn alle cursussen koninginnenteelt gericht op het in de vingers krijgen van de handelingen. Het zou dus niet veel uit moeten maken bij welke imkerleraar je zo’n cursus volgt. Bij sommige van die cursussen wordt specifiek gewerkt carnica of buckfast, soms ook is de opdracht juist van zelf gekozen volken na te telen. In dat laatste geval heb je mogelijk de kans larfjes van ’t Landras te gebruiken tijdens je cursus. Je zou dit met de docent kunnen overleggen.
Mocht je een boek over het onderwerp willen aanschaffen om zelf mee aan de slag te gaan dan is ‘Koninginnenteelt van A tot Z’ van Henk Rostohar een tip. Dit boekje is heel praktisch van opzet, bevat alle hoognodige informatie en de uitleg wordt ondersteunt met verhelderend beeldmateriaal.
Toch is koninginnenteelt moeilijk uit een boek te leren. Je kunt het beter gewoon doen, daarbij tot in detail loggen wat je doet (en wanneer) en leren van de fouten die je maakt.
Wat doet de vereniging (nog meer)?
De vereniging is actief in het herstellen van een gezonde populatie van de donkere bij. Ondersteuning van deelnemende imkers en voorlichting zijn daar een belangrijk onderdeel van. De teeltgroepen zijn hier al toegelicht, daarnaast telt de vereniging ook werkgroepen die zich focussen op:
- Het aanleggen en bijhouden van een stamboek/zuiverheid en certificering van bijenvolken. (Aanspreekpunt: Henk Kok, Wietse Bruinsma)
- Inventarisatie Inheemse donkere bijen (Aanspreekpunt Marleen Boerjan / Egbert Touw)
- Contact met natuurverenigingen en beheerders nationale landschappen (Aanspreekpunt Marleen Boerjan / Egbert Touw)
- Samenwerking met andere rasverenigingen.
Is deze donkere bijen vereniging een landelijke organisatie?
Ja. De huidige vereniging is de voortzetting van de 30 jaar eerder opgerichte vereniging ’t Landras: de inheemse zwarte bij. Die vereniging heeft zijn oorsprong in Twente. In 2021 is er een nieuwe vereniging gevormd met landelijke dekking. Deze nieuwe organisatie is een rechtspersoon die is ingeschreven bij de KvK onder de naam ’t Landras: inheemse donkere bij (Apis mellifera mellifera).
De Leden van de oude Landras vereniging gingen automatisch mee naar de nieuwe vereniging. Bij de nieuwe vereniging sloten zich ook de imkers uit de groep rond stichting De Duurzame Bij, de zwarte bijen imkers uit Veenendaal en andere geïnteresseerden aan.
Binnen de vereniging is daardoor, nu nog meer dan voorheen, de over het land verspreid aanwezige expertise en jarenlange ervaring in selectie, herkomst en teelt van de donkere honingbij verenigd. De vereniging heeft inmiddels leden van Groningen tot Zeeland en van het puntje van Noord-Holland tot in Limburg.